In de begrippenlijst hieronder vind je uitleg over belangrijke woorden, termen en begrippen die gebruikt worden in de financiële wereld.
Deze lijst helpt je om de woorden, termen en begrippen beter te begrijpen zodat je de informatie op onder andere de website makkelijker kunt volgen.

Begrippenlijst
Inleiding
Deze lijst bevat een uitleg van de termen en woorden die op deze website én in de financiële wereld voorkomen en die mogelijk niet bekend zijn voor iedereen. Het doel is om de inhoud op deze website toegankelijker te maken voor iedereen, van jong tot oud. We doen ons best het zo duidelijk en kort mogelijk te beschrijven. In sommige artikelen op deze website gaan we wat dieper in over een bepaald onderwerp van bepaalde hieronder.
Tip!
Ben je opzoek naar een specifiek woord of term? Gebruik dan: CTRL + F om te zoeken op deze pagina.
A.
• Aandeel: Is een stukje eigendom van een bedrijf.
• Aandeelhouder: Is een bezitter van minimaal één aandeel.
• Accijns: Is een indirecte belasting over een product. Dit komt bijvoorbeeld voor op alcohol of sigaretten. Accijns wordt vaak gebruikt op producten welke de overheid ontmoedigd om te kopen.
• Activa: Zijn de bezittingen van een bedrijf of een persoon. In het beleggingswereldje zijn het bijvoorbeeld aandelen, crypto, obligaties of vastgoed.
• Altcoins: Zijn andere cryptomunten dan Bitcoin (BTC).
B.
• Balans: Is een overzicht van alle schulden, bezittingen en vermogen van een bedrijf (of persoon). Het geeft een inzicht in de financiële gezondheid van het bedrijf (of een persoon).
• Bear market (beren markt): Is een markt die enige tijd dalende is.
• Begroting: is een overzicht van de inkomsten én uitgaven die hebt, of verwacht te krijgen.
• Beleggen: Is het investeren van geld met als doel een hoger rendement (opbrengst) te behalen.
• Beleggingshorizon: Is een bepaalde tijd waarover je van plan bent om te gaan beleggen.
• Broker: Is een bedrijf of platform waar je aankooporders en verkooporders kunt plaatsen voor bijvoorbeeld aandelen, ETF’s of obligaties.
C.
• Cashflow: Is de instroom én uitstroom van geld in een bedrijf of bij een persoon.
• CBS: Staat voor ‘Centraal Bureau voor de Statistiek’. Het is een organisatie die in Nederland informatie verzameld, verwerkt en publiceert. De informatie wat zij verzamelen is vooral over de samenleving en economie in Nederland. Met als doel een duidelijk beeld te geven hoe Nederland functioneert.
• Commissie: Is een bedrag wat je betaald aan een bank, broker of tussenpersoon voor het aankopen of verkopen van bijvoorbeeld een aandeel, ETF of een obligatie. Dit kan een vast bedrag zijn of een percentage (%).
• Compounding: Is het rente op rente begrip. Je verdiend rente op je geld waar je opnieuw dan weer rente over het oorspronkelijke bedrag + de rente over ontvangt.
• Crypto: of cryptocurrency is een soort digitaal geld. Er bestaan méér dan 1.000 verschillende cryptocurrency waarvan Bitcoin (afgekort als BTC) en Ethereum (afgekort als ETH) de bekendste zijn. Crypto maakt gebruik van een zo zogeheten cryptografie. Het werkt (vaak) op een gedecentraliseerd netwerk meestal met blockchaintechnologie. In het kort betekend dat de transacties/betalingen niet afhankelijk zijn van een centrale autoriteit zoals een bank.
D.
• Deflatie: Is een verlaging van prijzen. Hoe hoger de deflatie is, hoe lager de prijzen zijn geworden voor producten en diensten. Goed om te weten: een lange tijd deflatie lijkt positief te zijn voor de portemonnee, alleen is dit echter slecht voor de economie.
• Deposito: Is een soort van spaarreking. Alleen het sparen in een deposito zet je meestal je spaargeld vast voor een bepaalde periode tegen een vaste rente. Deze vaste rente is ook hoger dan een normale spaarrente.
• Diversificatie: Is het spreiden van je risico’s onder verschillende activa (bijvoorbeeld een portfolio met aandelen, crypto, vastgoed en obligaties).
• Dividend: Is het deel van de winst wat door een bedrijf betaald wordt aan de aandeelhouders. Goed om te weten is: niet ieder bedrijf keert dividend uit.
E.
• ECB (Europese Centrale Bank): Is de centrale bank van de Europese lidstaten. Het doel van de ECB is om de economie in Europa gezond te maken en houden. Enkele voorbeelden hoe zij dit doen is door rentes voor banken te bepalen of door de inflatie onder controle te houden om (grote) prijsstijging tegen te gaan.
• Eigen risico: Is een bedrag wat je eerst zelf moet betalen. In bepaalde gevallen betaald de verzekeraar de overige kosten of vergoed een schade.
• ETF: Staat voor Exchange Traded Fund. Het wordt ook wel een tracker genoemd. Dit is een mandje met bijvoorbeeld verschillende aandelen. Dit mandje met aandelen is dan te koop op de beurs. Er zijn veel verschillende soorten ETF’s. Een voorbeeld is een wereld ETF. Deze ETF heeft allemaal verschillende aandelen van bedrijven over de hele wereld in het mandje zitten. Bijna van iedere sector is er wel een of meerdere ETF’s te vinden. De eerste ETF welke verhandeld kon worden is in 1993 gelanceerd.
F.
• Faillissement: Is een door een rechtbank uitgesproken verklaring dat een bedrijf of privépersoon de schulden niet meer kan betalen omdat deze te veel of te hoog zijn. Als er aan de wettelijke eisen wordt voldaan wordt iemand failliet verklaard. Na het uitspreken van het faillissement wordt er door de rechter een curator aangesteld die het vermogen gaat beheren om de schulden zo veel mogelijk af te lossen.
• Fiatgeld: Is geld wat niet echt een waarde heeft. Er is een vertrouwen dat het geld iets vertegenwoordigd. Denk aan een briefje van €50. Wij hebben afgesproken dat dit briefje een bepaalde vertegenwoordiging heeft. Alleen dit papieren brief is niet echt de waarde wat het vertegenwoordigd.
• Finducatie: Is niets meer en niets minder dan Financiële Educatie 🙂
G.
• Gas fees: Is een vergoeding of beter gezegd transactiekosten wat in rekening wordt gebracht als je een betaling of overschrijving doet op het Ethereum netwerk (crypto).
• Groeiaandeel: Is een aandeel van een bedrijf waarvan verwacht wordt dat winst en omzet sterk zullen groeien. Deze aandelen keren vaak geen of weinig dividend uit.
H.
• Hefboomeffect: Is het gebruik van geleend geld om meer te kunnen beleggen dan je eigen kapitaal toelaat. Vergroot zowel kansen als risico’s.
• HODL: Staat voor het Engelse begrip ‘Hold On for Dear Life’. Wat betekend dat je je positie voor lange tijd / altijd blijft aanhouden.
• Hypotheek: Is een lening waarbij onroerend goed als onderpand dient. De bank kan het huis verkopen als je niet kunt terugbetalen.
I.
• Illiquiditeit: Is het gebrek aan gemakkelijke verhandelbaarheid van een belegging. Moeilijk om snel te verkopen tegen een eerlijke prijs.
• Index: Is een maatstaf die de prestatie van een groep aandelen, obligaties of andere beleggingen weergeeft. Bijvoorbeeld de AEX voor Nederlandse hoofdaandelen.
• Inflatie: Is de stijging van prijzen. Hoe hoger de inflatie is, hoe hoger de prijzen zijn gestegen voor producten en diensten.
J.
• Jaarruimte: Is het bedrag wat je jaarlijks (eventueel) nog mag bijvullen voor je pensioen. De hoogte van het bedrag kan per persoon verschillen. Er zijn hier speciale belastingvoordelen mee te behalen als je je jaarruimte vult voor je pensioen.
• Jan Modaal: Staat voor de gemiddelde werkende Nederlander. Modaal inkomen wordt vaak in berekeningen door de overheid of het CBS gebruikt.
K.
• Koopkracht: Is het bedrag wat een huishouden te besteden heeft. De koopkracht verschilt per huishouden, afhankelijk van het inkomen, samenstelling van het huishouden, de kosten van de goederen en het koopgedrag. Ook heeft de inflatie een rol op de hoogte van de koopkracht.
• Krediet: Is de naam voor het geld wat iemand heeft geleend van een bank of een geldschieter voor het aankopen van (meestal) een duurder product zoals een auto of een andere dure investering.
L.
• Large Cap: Is een bedrijf wat een grote marktkapitalisatie. Deze bedrijven zijn de grote jongens op de aandelenbeurs. Vaak zijn deze bedrijven in meerdere landen actief.
• Liquiditeit: Is de mate waarin bijvoorbeeld een aandeel, valuta, grondstof, obligatie of crypto te verhandelen is. Hoe hoger de liquiditeit, hoe makkelijker het verhandelen is en de transactie kan worden verricht.
M.
• Marktkapitalisatie: Is de totale aantal aandelen welke door het bedrijf zijn uitgegeven en de waarde daarvan. De Engelse term wat ook vaak voorbij komt is ‘Market cap’.
• Memecoin: Is een cryptomunt wat als grap bedoeld is waar geen onderliggende waarde aan hangt en verder ook niet gebruikt wordt voor een doeleinde dan de grap vertegenwoordigen. Een bekende memecoin is Pepecoin of Dogecoin.
• Mid Cap: Is een bedrijf met een middengrote marktkapitalisatie. Een belegger in Mid Caps probeert te profiteren van de groeipotentie van het bedrijf.
• Micro Cap: Is een bedrijf met een lage beurswaarden en een lage marktkapitalisatie.
N.
• NFT: Is de afkorting voor het Engelse woord ‘Non-Fungible Token’. Een NFT is een uniek digitaal bewijs wat aangeeft dat jij de eigenaar bent van een digitaal kunstwerk, afbeelding of item. Het is een soort van certificaat (digitaal). Deze NFT’s zijn gekoppeld aan blockchain technologie.
• Nibud: Is in Nederland het ‘Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting’. Het Nibud is een onafhankelijk stichting wat zich bezig houdt met het adviseren en informeren over geldzaken voor Nederlandse huishoudens.
• Nihil: Is een ander woord voor niets of nul. Dit wordt regelmatig gebruikt door bijvoorbeeld de belastingdienst.
• Non-profit: Is een Engelse term wat ‘geen winst’ als betekenis heeft. Een non-profit bedrijf is een bedrijf wat geen winst oogmerk heeft. Dat wil zeggen dat ze zich niet richten op het maken van winst.
O.
• Obligatie: Is het uitlenen van je geld aan bijvoorbeeld een bedrijf of de Nederlandse Staat. Je koopt een soort van schuldenbewijs welke te verhandelen is. Je kunt dus dit schuldenbewijs doorverkopen. Een obligatie heeft vaak een beeld als ”minder hoog” risico alleen is dit niet altijd het geval.
• Ombudsman: Of ombudsvrouw, is een vertegenwoordiger die onafhankelijk en onpartijdig klachten over de overheid of een organisatie behandeld. Het doel van de ombudsman/ombudsvrouw is het oplossen van conflicten op en zo eerlijk mogelijke manier.
• Onroerend goed: Is een verzamelbegrip voor goederen welke met de grond verbonden zijn en niet verplaatst kunnen worden.
• Overbought: Is een Engelse begrip wat in de beleggingswereld gebruikt wordt om aan te geven dat een koers in korte tijd (te) hard is gestegen en er dus veel aankopen zijn gedaan.
• Oversold: Is een Engelse begrip wat in de beleggingswereld gebruikt wordt om aan te geven dat een koers in korte tijd (te) hard is gedaald. Er heeft dan vele verkopen plaatsgevonden wat een prijsdalen veroorzaakt.
P.
• Pepe (memecoin): Is een populaire altcoin (cryptomunt). De waarde is eigenlijk gebaseerd op de meme. Het bekende icoon van Pepe is de groene kikker.
• Portefeuille: Is de verzameling van alle activa (bijvoorbeeld een portefeuille met verschillende aandelen, obligaties en crypto).
Q.
• Quartaal (kwartaal): Is een periode van drie maanden. Bedrijven publiceren elk kwartaal hun financiële resultaten (Q1, Q2, Q3, Q4).
R.
• Rally: Is een stijgende lijn in waarde van een bepaalde aandeel, crypto, index, sector of de gehele markt. Een rally wordt vaak veroorzaakt doordat er in grotere getallen aankopen worden gedaan en/of doordat er meer mensen toetreden tot de markt.
• Real Estate: Is de Engelse benaming voor vastgoed of onroerend goed. Onder vastgoed en onroerend goed vallen bijvoorbeeld huizen of appartementen.
• REITs: Is een Engelse afkorting wat staat voor: ‘Real Estate Investment Trusts’. Een REIT is een mandje met vastgoedbedrijven welke te verhandelen is op de beurs.
• Rendabel: Is als iets winst geeft of de waarde stijgt. Een winstgevende bezitting.
• Rendement: Is de winst of verlies op beleggingen of andere activa over een bepaalde periode.
S.
• Schone lei: Is dat iemand geen schulden meer heeft en opnieuw mag beginnen. Deze term komt voor als iemand uit de schuldsanering komt en zich gehouden heeft aan de afspraken welke vooraf zijn afgesproken / vast gelegd.
• Speculatief:Is als iets gebaseerd is op een veronderstelling of een gok. Je denkt iets zonder dat je dit met feiten onderbouwd. Je doet niets meer dan een aanname. Het risico is dat er een (grotere) kans bestaat dat het mis gaat.
• Stablecoin: Is een cryptomunt welke gelijk in waarde is aan een wereldmunt zoals een Dollar of Euro. Voor de stablecoin zou in feiten een vertegenwoordigde munt tegenover in beheer moeten zijn.
T.
• Technische Analyse: Is een analyse die je kan doen op een activa. Je onderzoekt dan de grafieken en of er bepaalde patronen zijn. Je kijkt ook naar bijvoorbeeld de prijsontwikkelingen. Als je dan een bepaalde patroon herkent, probeer je een voorspelling te doen of er een stijging of daling van de prijs plaats gaat vinden.
• Trader: Is een actieve andelaar die voor korte tijd een bepaalde asset / activa bezit met het oog op snelle winst te namen.
• Technische Analyse: Is een analyse die je kan doen op een activa. Je onderzoekt dan de grafieken en of er bepaalde patronen zijn. Je kijkt ook naar bijvoorbeeld de prijsontwikkelingen. Als je dan een bepaalde patroon herkent, probeer je een voorspelling te doen of er een stijging of daling van de prijs plaats gaat vinden.
U.
• UBO: Is de afkorting van het Engelse begrip ‘Ultimate Beneficial Owner’. Wat staat voor de uiteindelijke belanghebbende van een bedrijf of onderneming.
V.
• Valuta: Is een betaalmiddel zoals de Euro, Dollar, Yen of Pond. Ook kunnen bepaalde cryptomunten als valuta beschouwd worden in sommige landen.
• Vermogen: Is het totaal van alle bezittingen en de schulden. Een vermogen kan zowel positief zijn als negatief.
• Volatiliteit: Is de bewegelijkheid van de waarde van bijvoorbeeld een aandeel. Hoe groter de volatiliteit hoe meer de prijs in grote stappen kan stijgen of dalen. De ene dag kan er een behoorlijke stijging zijn en de dag erna kan het flink dalen. Vaak is het ook zo hoe meer volatiliteit er is, hoe meer risico je loopt.
W.
• Waakhond: Is een woord wat door kranten en andere media gebruikt om een toezichthouder aan te duiden.
X.
Y.
• Yen: De Japanse munt (¥).
• Yield: Is het Engelse begrip voor opbrengsten of rendement.
• YTD:Is de afkorting voor het Engelse begrip Year-to-date. De betekenis van dit begrip is een termijn wat start op 1 januari van het jaar tot aan de dag van vandaag of een andere datum in dat zelfde jaar.
Z.
• Zwarte zwaan: Is een benaming voor een onverwachte gebeurtenis met een grote invloed. Het kan zowel een positieve al negatieve gebeurtenis zijn. Meestal zijn dergelijke gebeurtenissen achteraf toch duidelijk te verklaren alleen niet zien aankomen op dat moment. Ook het Engelse begrip ‘Black swan’ wordt hiervoor gebruikt.